Markten bieden veel meerwaarde voor binnensteden, stadsdelen en losse kernen
De warenmarkt zorgt voor een economisch sterk (kern)winkelgebied:
- Warenmarkten geven schwung aan het koopcentrum en hebben een magneetwerking op bezoekers en toeristen.
- Winkelgebieden staan sterk onder druk. Het behoud van de warenmarkt is de komende jaren essentieel voor de redding van veel winkeliers en horecazaken.
- De warenmarkt vergroot de leefbaarheid en versterkt de economische activiteiten in de Nederlandse gemeenten.
ZE-zones doodsklap voor kleine ondernemers, waarmee de gehele markt onder druk komt te staan
- Met name de kleinere ondernemers in non-food zullen niet in staat zijn te investeren in schonere voertuigen (nu naar euro 6 en in 2028/2030 naar ZE). Zij verdwijnen daardoor van de markten in de ZE-zones.
- De warenmarkt is nu nog aantrekkelijk door de mix van food en non-food, met kleine en grote ondernemers.
- De ziel gaat uit de markt met het vertrek van een deel van de ondernemers, waardoor bezoekersaantallen sterk zullen teruglopen en ook de overige ondernemers onder druk komen staan.
- Tenslotte leidt dit ook tot lagere bezoekersaantallen in deze winkelgebieden, met alle gevolgen van dien voor de binnenstadsondernemers.
Marktondernemers worden zwaar getroffen door ZE-zones. De invoering van ZE-zones zonder ontheffing heeft grote negatieve consequenties voor de
ambulante handel
- Markten in ZE-zones worden onbereikbaar voor het merendeel van de ambulante sector.
- Alle bedrijven in deze sector komen hierdoor onder druk te staan en dreigen de bedrijfsactiviteiten te moeten beëindigen.
- Bedrijfseconomisch is dit een nekslag, personeeltechnisch dramatisch en qua toekomstperspectief hopeloos voor markt- en standplaatsondernemers.
- Daarmee verliest de warenmarkt zijn aantrekkelijkheid voor consumenten, en zal het aantal ambulante ondernemers snel afnemen en worden binnensteden minder aantrekkelijk.
BEV bestel- en vrachtauto’s die voldoen aan de eisen
van de marktondernemer zijn voorlopig
nog niet verkrijgbaar
Belangrijkste eisen zijn:
- Toegelaten trekgewicht van minimaal 3.500 kg (bestelauto).
- Tweedehandsverkrijgbaarheid (4 tot 8 jaar oud) van zowel bestel- als vrachtauto in verband met betaalbaarheid en laag jaarkilometrage.
- Uit te rusten met luchtdrukremmen.
De realiteit is:
- Op dit moment is er slechts één elektrische bestelauto (nieuw) leverbaar met een trekgewicht van 3500 kg om de zware aanhangwagens te trekken. Tweedehands is dit voertuig voorlopig niet beschikbaar.
- Er is nog geen markt voor tweedehands bestelvoertuigen die voor marktondernemers betaalbaar zijn.
- De verkrijgbaarheid van tweedehands elektrische bakwagens is nihil. Volgens DAF is de afschrijvingstermijn van elektrische bakwagens minimaal 2 keer zo lang als van dieselvoertuigen, waardoor de komende 8 jaar geen tweedehandsmarkt ontstaat.
- Volgens DAF (NT, 3-5-2023) is een elektrische vrachtwagen 1,8 tot 2,5 keer zo duur als een dieselvariant. Deze hoge investering is niet te dragen door de gemiddelde marktondernemer.
Bestel- en vrachtauto’s van marktondernemers wijken af van wagenpark transportsector
Afwijkende technische eisen ambulante handel:
- Ruim 65 % van de ambulante handelaren gebruikt een verkoopwagen. meestal een zware aanhangwagen met een TTM van 3.500 kg en meer.
- Hierdoor is een zware bus of vrachtauto nodig met hoog trekgewicht (tot 3500 kg achter zware bus, tot 10 ton achter truck).
- Steeds meer trekkende bestelvoertuigen hebben daarom ook luchtdrukremmen.
- Het aantal zelfrijdende verkoopwagens is veel lager en wordt geschat op ca. 250 wagens. Alleen deze voertuigen komen tot 2030 in aanmerking voor een vrijstelling op grond van carrosseriecode 23.
- Alle andere voertuigen moeten voldoen aan de toegangseisen van de ZE-zone.
Afwijkende economisch kenmerken:
- M.n. non-food ondernemers hebben een lage omzet / winstgevendheid. Daardoor zetten ondernemers vooral tweedehands voertuigen in en hanteren een langere afschrijvingstermijn van 8-12 jaar.
Afwijkende ritkarakteristieken:
- Identieke heen- en terugreis;
- Personeelsvervoer;
- Zowel stad als platteland;
- >50% ritten over korte afstanden;
- Daardoor max. 30.000 km per jaar.