
Proeven & Ontmoeten | De Kracht van de Ambulante Handel
Het koopgedrag van consumenten verandert snel. Winkels en centrumgebieden moeten zich aanpassen. Dat geldt ook voor de warenmarkt. Met de menselijke maat, sociaal contact, vakmanschap en advies onderscheidt de warenmarkt zich van winkelketens en webshops. Vanuit die eigen kernkwaliteiten kan de markt inspelen op de groeiende aandacht voor food, proeven, beleven en verblijven.
Dat is de conclusie van het rapport ‘Proeven en ontmoeten: de kracht van de ambulante handel’. Het rapport is opgesteld op initiatief van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH). De resultaten zijn op dinsdag 13 maart 2018 gepresenteerd op het landelijke congres van de CVAH in Almelo. Met dit rapport wil de CVAH, na de gemeenteraadsverkiezingen, met gemeenten en ondernemers in het hele land aan de slag.
Wekelijks evenement voor ‘proeven en ontmoeten’
Met ‘ambachtelijk en vers’ als basis, gericht aangevuld met overige specialisten, kan de warenmarkt optimaal toekomstgericht worden. Ondanks dat juist de ambulante handel zich bij uitstek leent om flexibel in te spelen op veranderingen is deze vaak gevangen in ‘vaste patronen’ en verouderde regels waardoor onvoldoende ruimte is voor vernieuwing.
De warenmarkt valt in het gemeentelijke beleid soms ‘tussen wal en schip’. De markt verdient meer aandacht dan alleen ‘vergunningen en handhaving achteraf’. Een ‘offensieve strategie aan de voorkant’ kan de warenmarkt tot de attractieve publiekstrekker van stads- en dorpscentra maken: de markt als wekelijks evenement voor ‘proeven en ontmoeten’ brengt sfeer en levendigheid in het centrum.
Samen aan de slag
Er is geen blauwdruk voor de warenmarkt of een aanpak die overal werkt. Omstandigheden en kansen zijn overal anders, lokaal maatwerk is de oplossing. Met dit rapport in de hand roept de CVAH ondernemers, beleidsmedewerkers en wethouders Economische Zaken op om na de verkiezingen met elkaar aan de slag te gaan. Met ‘Proeven en ontmoeten’ als leidraad kunnen zij bepalen wat men in de lokale situatie wil en kan. Met dat gezamenlijke doel voor ogen, kan men vervolgens de juiste maatregelen en regels kiezen.
Kenmerken
Grootschalige koopstromenonderzoeken in Nederland geven een goed beeld van het profiel van marktbezoekers*:
- De helft van de Nederlanders bezoekt één keer per maand of vaker de waren markt.
Circa een kwart komt nooit op de markt; - Het aandeel marktbezoekers is het hoogst onder oudere mensen (> 55 jaar)**. De oriëntatie op de markt onder jonge huishoudens zonder kinderen is laag;
- Het aandeel marktbezoekers onder laagopgeleiden is groter dan onder hoogopgeleiden;
- De oriëntatie op de markt is in grotere plaatsen (steden) hoger dan in kleinere plaatsen (dorpen). In kleinere dorpen « 5.000 inwoners) heeft de markt een beperkte omvang en aantrekkingskracht;
- Gemiddeld besteden bezoekers € 15,- tijdens een marktbezoek***. De jongere bezoekers besteden het meest per bezoek.
- Marktbezoekers komen vooral voor levensmiddelen naar de markt. Groente en fruit, vis, kaas en brood zijn hierbij de populaire kramen. Hierna volgen de non-foodbranches bloemen (20%) en kleding (12%).
Uit recent grootschalig koopstromenonderzoek in de Randstad blijkt dat consumenten gemiddeld 1,6% van hun dagelijkse bestedingen op de markt doen. Consumenten besteden circa 1,3 cent van elke euro aan niet-dagelijkse producten op de warenmarkt****.
Markt vaak nog steeds publiekstrekker centra
De meeste waren markten worden van oudsher gehouden op een centrale locatie in het centrumgebied van dorpen en steden. Op marktdagen blijkt de markt (als geheel), ondanks de afnemende kooporiëntatie, nog
steeds een veelbezochte functie in grote dorpscentra en middelgrote stadscentra: 22% van de centrumbezoekers bezoekt de markt (DTNP, 2017). De markt is een (extra) bezoekreden en draagt zo bij aan de economische vitaliteit van centrumgebieden. Bijna 70% van de marktbezoekers combineert het bezoek met winkels en/of andere centrumfuncties (functiesynergie).
* 1&0 Research (2012, 2015 en 2016), Wie gaat er naar de markt?, aanvullende analyse op basis van Randstad Koopstromenonderzoek 2011, Koopstromenonderzoek Oost-Nederland (2015), Koopstromenonderzoek Drenthe (2015)
** Gfk (2017), Supermarktkengetallen, maart 2017
*** DTNP (2017), interne databank jaarlijkse bezoekersonderzoeken in middelgrote centra
****1&0 Research en DTNP (2016), Randstad Koopstromenonderzoek
Cijfers en Achtergronden van de Ambulante Handel
Onder de sector ambulante handel valt een breed scala aan ondernemers en medewerkers. Zij zijn actief op waren markten, standplaatsen, jaarmarkten en braderieën en/of als venter. Er zijn grote verschillen in bedrijfsvoering en professionaliteit. In onderzoeken en statistieken valt de sector vaak tussen wal en schip of zijn definities niet helder. Ook voor betrokkenen in en bij de sector is het daardoor vaak moeilijk om ‘grip’ te krijgen en ontbreekt het aan feiten en cijfers om beleidsmatige en bedrijfsmatige beslissingen op te baseren.
Kenmerken van de sector
Verschuivingen in ondernemers per branche De ambulante handel telt anno 2017 circa 11.200 bedrijven (ondernemers). Deze ondernemers staan op warenmarkten en/of solitaire standplaatsen (Detailhandel door middel van venten of colportage wordt in dit rapport buiten beschouwing gelaten. Hierbij wordt de SBI-code ‘478 Markthandel’ aangehouden. Kenmerken van de ambulante handel in Nederland zijn (CBS 2017):
Het aantal ondernemers in de ambulante handel schommelt al jaren rond de 11.000;
De foodbranche op de markt is de afgelopen tien jaar in aantal bedrijven gegroeid (+ 1.000 bedrijven);
Het aantal agf-kramen is stabiel (aardappels, groente, fruit);
meer overige foodondernemers (zie onderste grafiek);
Het aantal bedrijven in de non-food sector op de markt neemt af, met gemiddeld 100 ondernemers per jaar;
Branches textiel en kleding (- 500 bedrijven) en tweedehands artikelen (- 300 bedrijven) laten hierbinnen in de afgelopen 10 jaar de grootste daling zien.
Kenmerken arbeidsmarkt ambulante handel
De ambulante handel telt naast de ruim 11.000 ondernemers (en meewerkende partners) circa 8.000 banen, oftewel medewerkers in loondienst (CBS 2017). Medewerkers in de ambulante handel zijn in de helft van de gevallen jong « 30 jaar) en werken veelal maar 1 of 2 dagen in de week in de ambulante handel. Voor de andere helft is het meer dan een bijbaan.
Circa 60% van de medewerkers heeft een contract voor onbepaalde tijd;
Van de bijna 8.000 medewerkers werkt circa 80% bij een food-ondernemer;
Bij de marktondernemers laat de leeftijdsopbouw een ander (vergrijzend) beeld zien dan bij de werknemers. De meerderheid is 50+. Van ruim 10% van de ondernemers mag vanwege de hoge leeftijd verwacht worden dat zij binnen een aantal jaren zullen stoppen.
Ondernemers in de ambulante handel zijn in 60% van de gevallen mannen. Bij de werknemers ligt dit precies andersom (60% vrouw). Met name in de branches kleding en textiel en bloemen en planten zijn er veel vrouwelijke werknemers.
Economisch functioneren wisselend, vaak matig
Binnen de ambulante sector zijn wisselende geluiden over het economische functioneren. Het marktaandeel binnen de totale detailhandel
nam afgelopen jaren steeds een klein beetje af. Tegelijkertijd lukt het een behoorlijk aandeel individuele ondernemers om een omzetgroei te
realiseren, met name ondernemers in de food (CBS 2017).
- De ambulante handel is met circa € 2 miljard (excl. BTW) goed voor bijna 2% van de totale detailhandelsomzet; de omzet is de afgelopen jaren stabiel (Detailhandel.info 2017);
- Aan het begin van dit millennium bedroeg de omzet circa € 2,8 miljard (excl. BTW) en had de ambulante handel (afgerond) een marktaandeel van circa 4% in de totale detailhandelssector (HBD, Jaarboek detailhandel 2002);
- Foodondernemers zijn doorgaans positiever over hun omzetontwikkeling dan de non-foodcollega’s. Het aandeel non-foodondernemers dat de eigen omzet ten opzichte van het vorige kwartaal negatief beoordeelt, is veelal meer dan de helft;
- Het aantal startende en stoppende ondernemers in de ambulante handel fluctueert, maar houdt elkaar in evenwicht.
Feiten over de warenmarkten
Wekelijks worden in Nederland ruim 1.000 warenmarkten gehouden (Allesoverdemarkt.nl). Naar schatting worden op deze markten elke week in totaal circa 38.000 plaatsen ingevuld door marktondernemers. Andere kenmerken van de warenmarkten:
De omvang van een (algemene) warenmarkt hangt veelal samen met de omvang van het verzorgingsgebied;
Vrijwel elke gemeente beschikt over ten minste één waren markt in het belangrijkste centrumgebied. In grotere steden (> 50.000 inwoners) is doorgaans op meerdere dagen een markt in het centrum en wordt ook een markt bij een of enkele wijk- of stadsdeelcentra gehouden;
Thematisch opgezette markten richten zich op specifieke doelgroepen en zijn daarom vooral in de grote steden en in centra met een sterk toeristisch/recreatief profiel te vinden (voldoende klantenpotentieel);
Zondag en maandag zijn traditioneel geen populaire dagen als marktdag (Allesoverdemarkt.nl). Op donderdag en vrijdag worden de meeste markten gehouden. Doordat de zaterdag markten gemiddeld groter zijn, kan gesteld worden dat de piek voor de markten uit die drie
dagen bestaat (do-vr-za). Dit is overeenkomstig met de piek in het druktebeeld van passanten in centrumgebieden;
De foodondernemers op de markt hebben doorgaans de grootste kramen en de meeste omzet.
Begrippenlijst geeft de meest gebruikte definities over de ambulante handel
Ambulante handel
Bedrijfsmatige verkoop van goederen aan consumenten vanuit een mobiele verkoopinrichting op een openbaar toegankelijke locatie.
Mobiele verkoopinrichting
Een kraam, tafel, verkoopwagen (o.a. foodtruck) van waaruit detailhandel wordt bedreven en die dagelijks van de verkooplocatie verdwijnt.
Warenmarkt
Een verzameling van verkoopinrichtingen van waaruit kooplieden aan consumenten goederen verkopen. Een warenmarkt wordt met vaste regelmaat gehouden op een vaste locatie op een openbaar toegankelijke locatie en is bij verordening ingesteld door de gemeente. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt in algemene markten en themamarkten.
Themamarkten onderscheiden zich door een specialisatie op bepaalde producten en/of doelgroepen (bijvoorbeeld biologische versmarkt).
Solitaire standplaats
Plek op een openbaar toegankelijke locatie, waar één ondernemer (tegelijkertijd) met vaste regelmaat vanuit een mobiele verkoopinrichting
aan consumenten goederen verkoopt. Hiertoe behoren ook periodieke standplaatsen (bijvoorbeeld kerstperiode).